In de wereld van de huisdieren onderscheiden chinchilla’s zich door een werkelijk unieke eigenschap.
Hun vacht is zo dicht dat vlooien en andere parasieten er niet in kunnen leven, en hun lichaam heeft praktisch geen geur, meldt .
Deze kwaliteit is geen toeval, maar het resultaat van evolutionaire aanpassing aan de barre omstandigheden van het hoge Andesgebergte. In een koud en droog klimaat, waar de luchtvochtigheid laag is en vegetatie schaars, zou het niet alleen onrendabel maar ook gevaarlijk zijn om sterke geuren te produceren.
Sterke geuren trekken roofdieren aan, en chinchilla’s staan als knaagdieren onderaan de voedselketen. De natuur heeft ze een perfect camouflagesysteem gegeven, waardoor ze vrijwel onzichtbaar zijn voor de reukzin van hun vijanden.
Hun thermoregulatie werkt ook anders dan bij andere zoogdieren. Chinchilla’s hebben helemaal geen zweet- en talgklieren, die bij de meeste dieren de belangrijkste bron van geur zijn.
In plaats van te zweten, reguleren ze hun lichaamstemperatuur via hun enorme oorflappen, die doorboord zijn met haarvaten, en door hun unieke ademhaling. Deze fysiologische eigenschap verandert hun lichaamschemie dramatisch.
Zelfs hun urine heeft een relatief lage concentratie ammoniak in vergelijking met andere knaagdieren. Dit komt omdat hun nieren geleerd hebben om zo efficiënt mogelijk vocht te onttrekken aan alles wat ze consumeren.
Een fokker uit de Oeral, die zich al vele jaren met chinchilla’s bezighoudt, merkte met een glimlach op dat zijn kennels gewoon naar hooi en droog houtvulsel roken. Hij vergeleek dit aroma met de geur van een oud boek of een herfstbos, maar niet van een beest.
Deze hygiënische idylle heeft echter een keerzijde. Een dikke vacht, zonder natuurlijke vettige smering, verdraagt absoluut geen vocht. Als het nat is, absorbeert het onmiddellijk water als een spons en duurt het lang voordat het droog is.
Natte vachten worden een broedplaats voor schimmels, daarom baden chinchilla’s in de natuur nooit in water. In plaats daarvan baden ze met veel plezier in fijn vulkanisch zand of zeolietstof.
Deze behandeling ontdoet hun vacht niet alleen van overtollig vet en vuil, maar geeft ze ook ongelooflijk veel plezier. Kijken naar een chinchilla die in het zand tuimelt is een esthetisch genoegen voor de eigenaar.
Hun netheid is een deel van het gezegde geworden, en ze besteden meerdere uren per dag aan het verzorgen van zichzelf. Ze likken hun vacht met hun lange tong en voorpoten, waardoor ze hun natuurlijke “onzichtbaarheid” behouden.
Deze eigenschap maakt ze ideale huisdieren voor plat wonen en voor mensen met een gevoelig reukvermogen of een neiging tot allergieën. Hoewel hun vacht dik is, verspreidt hij geen allergenen zoals katten- of hondenvachten.
Maar het is de moeite waard om te onthouden dat een gebrek aan geur geen aflaat is voor slechte verzorging. De kooi moet nog steeds regelmatig worden schoongemaakt en het zand in de badkooi moet regelmatig worden vervangen om het effectief te houden.
De chinchilla bewijst dat onopvallend zijn niet oninteressant betekent. Hun geheimzinnige en schone aard benadrukt alleen maar hun uniciteit in de huisdierenwereld.
Ze zijn als kleine aliens uit verre bergen wiens biologie ons eraan herinnert hoe divers de paden van de evolutie zijn. Hun inhoud is een kans om deze fragiele wereld, die alleen naar hooi ruikt, aan te raken.
Lees ook
- Wat er gebeurt als een papegaai zich verveelt: de waarheid over destructief gedrag en hoe je het kunt vermijden
- Waarom een hond zijn kop schuin houdt: verrassende redenen voor een aanrakingsgewoonte

